Donorconceptie

Sinds de eerste toepassingen in de jaren ’50 – toen nog enkel voor gehuwde heterokoppels – is de zogenaamde ‘medisch geassisteerde bevruchting’ quasi gemeengoed geworden. De diverse technieken staan nu in principe ook open voor elke volwassene met een kinderwens.   België zou vandaag tienduizenden donorkinderen tellen. Een exact aantal is er niet, omdat een nauwkeurige registratie en controle ontbreekt. 

Waar men aanvankelijk enkel beroep kon doen op spermadonatie, maakte de ontwikkeling van IVF (In Vitro Fertilisatie) en andere fertiliteitstechnieken intussen ook donatie van eicellen en embryo’s mogelijk. Doorgaans wordt vooral enthousiast gereageerd op dergelijke medische vooruitgang en staat men zelden stil bij de grenzen, dilemma’s en mogelijks ingrijpende gevolgen voor de betrokkenen. 

De eerste en voorlopig enige wetgeving rond deze praktijken kwam er pas in 2007. Voordien bepaalde de fertiliteitsarts of ziekenhuis in alle vrijheid hoe, bij wie en waarom ze dergelijke technieken toepasten. Van bij de start was het de gewoonte om hierbij een strikte anonimiteit te bewaren. Dit is ook vandaag nog de regel, ook al is gekende donatie mogelijk. Anonimiteit voor donors werd in enkele landen reeds (deels) opgeheven en wordt ook op beleidsvlak en in de vakliteratuur steeds vaker in vraag gesteld. 

De anonimiteit kan diepgewortelde vragen oproepen. Bij de donorkinderen zelf, maar ook bij de donoren. In het afstammingscentrum kunnen daarom zowel donorkinderen, hun ouder(s) als donoren (of hun familie) terecht.

Donorkinderen

Donorkinderen werden geboren na donatie van sperma, eicellen of embryo’s van een donor aan wensouders. In België is het nog steeds een uitdaging voor deze donorkinderen om aan correcte genetische en biologische informatie over hun donor te geraken. Als donorkind kan je met veel vragen zitten: Wie ben ik? Waar kom ik nu echt vandaan? Waarom werd me dat pas zo laat verteld? Vragen over je onbekende afkomst, verwarring over je eigen geschiedenis, onopgeloste zaken uit een eerdere zoektocht, vragen naar mogelijke halfbroers of -zussen of medische vragen. 

Waar je ook mee zit, neem gerust met ons contact op. We proberen je zo goed mogelijk te helpen en te begeleiden.

Met het toelaten van anoniem donorschap schendt België de rechten van het kind”

Donoren, Ouders van Donorkinderen en Andere Betrokkenen

Donoren

Ook als je zelf donor bent (sperma, eicellen of embryo’s) kan je uit de anonimiteit willen treden voor je eventuele donorkinderen. De voorbije jaren zien we niet alleen bij donorkinderen een toenemende nood aan informatie, maar ook meer en meer donoren zijn nieuwsgierig naar hun biologische kinderen of tonen een bereidheid om fundamentele vragen van kinderen te beantwoorden. Ben jij donor en zit je met vragen? Dan ben je bij het Afstammingscentrum aan het goede adres.

Ouders van Donorkinderen

Ouders van een donorkinderen kunnen ook vragen hebben of antwoorden zoeken op vragen van hun kinderen. Ook zij kunnen bij het Afstammingscentrum terecht voor meer informatie of concrete ondersteuning. 

Andere Betrokkenen

Het Afstammingscentrum staat ook open voor vragen van broers of zussen van een donorkind, grootouders, de partner van iemand die donor is geweest, of anderen die misschien niet rechtstreeks betrokken zijn maar toch vragen kunnen hebben.